Via twee circulaires (2019/C/123 en 124 van 27.11.2019) heeft de Administratie enige toelichting verstrekt inzake de toepasselijke btw-regels bij betalingen in speciën die verplicht afgerond moeten worden naar het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf cent sinds 01.12.2019. Hoe moet u de btw van die afrondingen verwerken? Mag u ook de niet-cashbetalingen afronden? En hoe zit dat met de boekhoudkundige documenten?
Wanneer afronden?
Afronden verplicht bij cashbetaling
Sinds 01.12.2019 moet elke onderneming het totaalbedrag dat de consument in speciën betaalt, afronden naar het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf cent. Wanneer het te betalen totaalbedrag eindigt op 1, 2, 6 of 7 cent, wordt het naar het dichtstbijzijnde lagere veelvoud van 5 cent afgerond. Wanneer het te betalen totaalbedrag eindigt op 3, 4, 8 of 9 cent, wordt het naar het dichtstbijzijnde hogere veelvoud van 5 cent afgerond. Deze regels zijn evenwel enkel toepasselijk wanneer de betaling plaatsvindt in de gelijktijdige, fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming en het totaalbedrag hoger is dan vijf cent.
Let op! De afrondingsregels gelden ook voor terugbetalingen.
Wat bij een niet-cashbetaling?
Elke onderneming kan ook de afronding toepassen voor andere betalingen dan in speciën, voor zover ze dit doet voor alle andere betaalwijzen (=keuze). Daartoe moet ze de consument hiervan inlichten met de volgende boodschap: 'Het totaalbedrag wordt altijd afgerond'.
Deze boodschap wordt op een duidelijke wijze meegedeeld in de onmiddellijke omgeving van de plaats waar de consument betaalt. Let op! Als de handelaar kiest om niet-cash-betalingen af te ronden, dan kan dat indien de klant dat doet 'in zijn aanwezigheid', bv. met Bancontact of met de smartphone. Als de klant betaalt via een ouderwetse overschrijving bv., (dus niet in de aanwezigheid van de handelaar), dan gelden de afrondingsregels niet.
Let op 2! Bij betaling met maaltijdcheques, ecocheques of waardebonnen mag men de afrondingsregels nooit toepassen.
Wat met btw op afrondingen?
Gevolgen voor de maatstaf van heffing
Indien de onderneming gehouden is het te betalen totaalbedrag geheel of gedeeltelijk af te ronden (cashbetaling) of indien zij ervoor kiest (niet-cashbetaling) en dit bedrag effectief geheel of gedeeltelijk afgerond wordt, moet de btw in principe geheven worden in functie van de werkelijk van de klant gevorderde prijs, namelijk de afgeronde prijs. Deze oplossing kan echter praktische problemen veroorzaken wanneer het aan de kassa betaalde bedrag betrekking heeft op leveringen van goederen of diensten die onderworpen zijn aan de toepassing van 'de regel van drie' veronderstelt.
Voorbeeld
Een particulier kocht op 01.12.2019 in een supermarkt:
- een goed A, onderworpen aan het btw-tarief van 6%, tegen een prijs van € 10,04
(= € 9,47 + € 0,57 (btw));
- een goed B, onderworpen aan het btw-tarief van 6%, tegen een prijs van € 13,77
(= € 12,99 + € 0,78 (btw));
- een goed C, onderworpen aan het normale btw-tarief van 21%, tegen een prijs van € 24,13
(= € 19,94 + € 4,19 (btw));
- een goed D, onderworpen aan het normale btw-tarief van 21%, tegen een prijs van € 15,98
(= € 13,21 + € 2,77 (btw));
De supermarkt moet de afronding toepassen of kiest hiervoor. Het totaalbedrag van € 63,92 wordt bijgevolg afgerond naar € 63,90. De toepassing van de btw-regels vereist dat de belasting geheven wordt over de werkelijk van de klant ontvangen prijs, wat als gevolg heeft dat de afronding van het totaal betaalde bedrag van € 0,02 (= € 63,92 - € 63,90) over de verschillende goederen omgeslagen moeten worden op basis van 'de regel van drie'. Het bedrag van de afronding zal bijgevolg € 0,00745 zijn op de goederen A en B onderworpen aan 6% (die 37,25% vertegenwoordigen van het totale aankoopbedrag) en € 0,001255 op goederen C en D onderworpen aan 21% (die 62,75% vertegenwoordigen van het totale aankoopbedrag).
Tolerantie
Gezien het zeer kleine bedrag van de afrondingen, kan hun verdeling op deze manier een onevenredige administratieve last met zicht meebrengen.
De administratie staat daarom via administratieve tolerantie toe dat de btw berekend op het totaal te betalen bedrag per btw-tariefgroep voorafgaand aan de afronding en dit onder strikte voorwaarde dat de onderneming die gebruikmaakt van deze vereenvoudigingsmaatregel dit systematisch doet voor alle te betalen bedragen die afgerond zijn, hetzij naar boven, hetzij naar beneden. De maatstaf van heffing voor afronding en de verschuldigde btw per tariefgroep worden opgenomen in die periodieke btw-aangifte. De aldus gemaakte keuze geldt als definitief. De bepaling inzake afrondingen blijven op deze wijze zonder gevolg op vlak van btw.
Hoe verwerken op documenten?
Afronding vermelden op elk document.
De wetgeving inzake economisch recht voorziet dat indien zij de afronding toepast, "de onderneming uitdrukkelijk de toegepaste afronding vermeldt op elke document waarop het te betalen totaalbedrag vermeld staat".
De factuur of als zodanig geldende stuk
In de situaties waarin de belastingplichtige de verplichting heeft of vrijwillig een factuur uitreikt en de afronding effectief toegepast werd, moet op de aan de consument uitgereikte factuur, om te voldoen aan de wetgeving inzake economisch recht, boven op de verplichte vermeldingen, het te betalen totaalbedrag voor afronding bedrag aangebracht worden. Indien het gaat om een credit- of debetnota, moet de factuur of het als zodanig geldende stuk het terug te betalen totaalbedrag voor afronding en het terug te betalen totaalbedrag na afronding vermelden.
Het kasticket
In de situaties waarin de belastingplichtige een kasticket uitreikt waarop de afronding effectief toegepast wordt, moet dit ticket het te betalen totaalbedrag voor afronding en het werkelijk betaalde afgeronde bedrag vermelden.
Het kasticket van een GKS
In de situaties waarin de belastingplichtige ofwel de verplichting heeft om een ticket van een geregistreerd kassasysteem (GKS) uit te reiken voor de restaurant- en cateringdiensten, of vrijwillig een GKS-Ticket uitreikt, waarop de afronding effectief toegepast werd, moet op dit ticket, om te voldoen aan de wetgeving inzake economisch recht, het te betalen totaalbedrag voor afronding en het werkelijk betaalde afgeronde bedrag aangebracht worden.
De rekening of het ontvangstbewijs
In de situaties waarin de belastingplichtige de verplichting heeft om een rekening of ontvangstbewijs (het btw-bonnetje) uit te reiken, en waarop de afronding effectief toegepast werd, moet op deze rekening of ontvangstbewijs, om te voldoen aan de wetgeving inzake economisch recht, het te betalen totaalbedrag voor afronding en het werkelijk betaalde afgeronde bedrag aangebracht worden.
Conclusie: Sinds 01.12.2019 zijn alle ondernemers verplicht om af te ronden tot op 0 of 5 cent bij cashbetalingen. Bij niet-cashbetalingen hebben ze de keuze voor zover ze dat doen voor alle klanten en alle andere betaalwijzen. Indien er verschillende btw-tarieven van toepassing zijn, moet u de regel van drie toepassen. Op de factuur, het (GKS-)kasticket,... moet u het bedrag voor en na de afronding vermelden.
Bron: FiscaalPRO Larcier Business
Comments