Wanneer u iets aankoopt voor uw bedrijf of werken laat uitvoeren, rijst soms de vraag of uw boekhouder de aankoop moet verwerken als een kost of als een investering. Op basis van welke criteria wordt het onderscheid gemaakt? Heeft u soms de keuze? En wat is fiscaal gezien eigenlijk het meest interessant?
Hoe maakt u het onderscheid?
Wat is het probleem? In de meeste gevallen is er eigenlijk geen twijfel mogelijk. Zo spreekt het voor zich dat de aankoop van een gebouw of een auto een investering is, en de aankoop van printpapier of schoonmaakproducten niet. Voor sommige uitgaven is het onderscheid echter minder duidelijk Denk bv. aan renovatiewerken in uw kantoor, een update van uw IT-systeem, de vervanging van de motor van uw auto, …
Welke criteria? Het onderscheid wordt in principe gemaakt op basis van de economische levensduur van de uitgave. Bedraagt die meer dan één jaar, dan gaat het om een investering. Een nuance op dit principe is dat dit enkel geldt voor uitgaven die een vernieuwing, verbetering of uitbreiding inhouden. Uitgaven die dienen om een bestaande investering te onderhouden, te herstellen of onderdelen ervan te vervangen, zijn geen investeringen, maar direct aftrekbare kosten. Ook met deze criteria blijft er echter een grijze zone en dus ruimte voor discussie, vooral voorwerken aan gebouwen. Uiteindelijk is dit een zgn. feitenkwestie.
Voorbeelden uit de rechtspraak. Een rechter aanvaardde dat schilderwerken een pand enkel opfristenen niet noodzakelijk een meerwaarde met zich meebrachten in geval van een eventuele verkoop, en daarom direct in kosten mochten geboekt worden (Gent, 05.11.2002) . In een ander dossier kreeg de fiscus echter gelijk dat het bedekken van een dak met een volledig nieuweroofing, een investering was, omdat dit werk geleid had tot een verlenging van de gebruiksduur van het gebouw (Antwerpen, 06.10.2015) .
Tip. Een hoge prijs is een aanwijzing dat het over een investering gaat, maar geen bewijs. De controleur kan de boeking in kosten van een uitgave dus niet weigeren enkel wegens de hoogte van het bedrag. Zo is een printer van € 500 een investering, maar een onderhoudsfactuur van € 5.000 een kost.
Wat is fiscaal het meest interessant? Direct in kosten? Op het eerste gezicht wel. Als u een uitgave in de kosten boekt, komt die in één keer, in het jaar van de aankoop in mindering van de belastbare inkomsten. Boekt u een uitgave als investering, dan komt ze trager in aftrek, nl. gespreid over de levensduur via afschrijvingen.
Let op! Heeft u een vennootschap, en aanvaardt de controleur de boeking in kosten niet, dan kan het gevolg zijn dat uw loon in vergelijking met de verhoogde fiscale winst niet meer volstaat voor het verlaagde tarief (art. 215, lid 3, 4° WIB 92) . Wilt u zware uitgaven meteen in kosten boeken, dan zorgt u er het best voor dat uw loon ook na een weigering van de directe aftrek nog hoog genoeg is om het verlaagde tarief te behouden.
Als investering? Een boeking als investering biedt ook een niet verwaarloosbaar voordeel. Als het gaat om een nieuwe investering, heeft u immers in principe recht op de investeringsaftrek (IA). Aangezien het tarief van de IA voor investeringen tot en met 31.12.2022 25% bedraagt, brengt u zo 125% van de uitgave in min van de belastbare inkomsten, tegenover maar 100% bij een boeking als kost.
Let op! Om recht te geven op de IA moet de investering wel over ten minste drie jaar afgeschreven worden (art. 75, 4° WIB 92) .
Een vernieuwing, verbetering of uitbreiding met een economische levensduur van meer dan een jaar is in principe een investering, maar er blijft een grijze zone. Een uitgave direct in kosten boeken, levert de snelste belastingbesparing op, maar nieuwe investeringen die over ten minste drie jaar afgeschreven worden, geven bijkomend naast de afschrijving in principe recht op de investeringsaftrek van 25%.
Bron: Tips & Advies voor bedrijfsleiders (Jaargang 27 - Nummer 21 - 24/09/2021]).
Comments